Het klinkt mooi: een kortere opname, waardoor de cliënt eerder naar huis mag. Dat kan er echter voor zorgen dat een cliënt onzeker wordt, bijvoorbeeld door druk van naasten. Dat kan zelfs leiden tot een nieuwe opname. Hoe zijn zulke onnodige herstarts te voorkomen? 

Onnodige herstarts zijn duur voor de zorgsector en – vooral – vervelend voor de zorgcliënt. De eenvoudige oplossing lijkt: langer de tijd nemen voor bijvoorbeeld een opname, maar dat kost extra tijd van zorgprofessionals en is vervelend voor cliënten. De oplossing: cliënten beter voorbereiden op hun verblijf thuis of bij familie.

Volgens Marcel Wilschut, innovator bij het Albert Schweizer Ziekenhuis, kan de zorgsector daarbij leren van bijvoorbeeld Deense gevangenissen: “Daar is alles gericht op een terugkeer naar de maatschappij. Zo zijn de personeelsleden geen bewakers, maar coaches. De recidive daar is extreem laag. In het ziekenhuis zou dit intensiever kunnen gebeuren. Dus cliënten nadrukkelijker voorbereiden op hun terugkeer, en daar al vroeg in het zorgtraject mee beginnen.”

‘Wicked problem’

Het voorkomen van onnodige herstarts was dan ook het thema van een van de challenges tijdens Dare2Cross Let’s Tech Care. Doel van dat traject is meer innovatie in de zorg en welzijn door het samenbrengen van zorgprofessionals en -organisaties. Wilschut: “Steeds meer mensen hebben zorg nodig, terwijl er steeds minder personeel is. De problemen zijn dus wicked.”

Terwijl de oplossingen voor die problemen juist veel winst kunnen opleveren, vindt Erik Steenbakkers van Hollandfit. Hij was een van de deelnemers aan een Dare2Cross-bijeenkomst in de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht. “Ik geloof sterk in de eigen kracht, autonomie en energie van cliënten. Daarvoor dien je mensen ‘tools’ aan te reiken waarmee ze hun dagelijks leefpatroon kunnen verbeteren. De grootste behoefte zit volgens ons op het terrein van ontspanning zoals slaap, voeding en beweging.”

Digitale tools

Ook Hugo ’t Hart van het Leger des Heils was aanwezig bij de bijeenkomst in Dordrecht. Hij herkent het beeld dat de zorg slimme manieren moet vinden om bijvoorbeeld onnodige herstarts te voorkomen. “Je kunt geld in zorg blijven pompen, maar dat is nooit genoeg. We moeten dus blijven nadenken over oplossingen op de lange termijn. Bijvoorbeeld op het vlak van techniek, maatschappij, overheid, eigen organisatie of zorggebruikers.”

Zo bewijst het Leger des Heils dat techniek een steentje kan bijdragen aan het voorkomen van terugval. “Het begeleiden van onze zorggebruikers gebeurde voorheen face-to-face. Tijdens de coronacrisis gebeurde dat met tablets en via onze portal. Die technologie vervangt de persoonlijke gesprekken echter niet: het voegt juist iets toe. Want zo worden mensen beter voorbereid op de toepassing van digitale technieken in de maatschappij.”

Eigenaarschap

Het voorbeeld van het Leger des Heils toont aan dat maatwerk belangrijk is: wat voor de ene organisatie werkt, zal voor de andere organisatie misschien weinig verschil maken. Steenbakkers: “Preventie draait om maatwerk. En niet te vergeten: eigenaarschap. Hoe vergroot je de autonomie zodat je er daadwerkelijk mee aan de slag gaat. Gedrag en gezondheid hangen daarbij nauw met elkaar samen”

Wilschut van het Albert Schweizer Ziekenhuis: “De zorg in Nederland is op een enorm hoog niveau. Het kan bijna niet beter. Maar we zien ook groei van de zorgvraag aan zorg. Om die groei op te vangen moeten we samenwerken. Dat kun je niet individueel. Want als je het alleen doet, dan kun je hooguit je werkwijze iets verbeteren. Dat is dan ook het doel van Dare2Cross: een gezondere regio met gezondere mensen.”

Dare2Cross Let’s Tech Care wordt mogelijk gemaakt door InnovationQuarter, Da Vinci College, Albert Schweitzer Ziekenhuis, gemeente Dordrecht, Deal Drecht City, Economic Board Drechtsteden.

Werken in de zorg is mooi, uitdagend en dankbaar. Maar veel handelingen in de zorg kunnen mentaal en/of fysiek zwaar zijn. Terwijl goede zorg alleen mogelijk is met inzet van gezonde medewerkers. Zorginstellingen besteden dus steeds meer aandacht aan vitaliteit. Daarvoor is veel technologie beschikbaar. Maar zomaar een apparaat kopen is níet de oplossing. “Het is voor zorginstellingen vaak onduidelijk waar ze moeten beginnen.”

Onlangs vond in de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht een bijeenkomst in het kader van Dare2Cross Let’s Tech Care plaats. Doel van dat Dare2Cross-traject is meer innovatie in de zorg en welzijn door het samenbrengen van zorgprofessionals en -organisaties. Een van de onderwerpen die werden besproken was: hoe is de vitaliteit van medewerkers te verbeteren door minder belastende en/of repeterende zorgtaken?

Werken in de zorg kan namelijk een flinke belasting betekenen, zowel fysiek als mentaal, vertelt Timon Jongkind, Innovatiemanager bij het Da Vinci College en lid van de Kerngroep van Dare2Cross. “Mensen die in de zorg werken zijn daarvoor opgeleid en hebben er affiniteit mee. Maar ze zijn niet per se in de zorg gaan werken omdat ze fysiek sterk zijn. Terwijl dat in de praktijk wel handig is. Daarvoor moeten we oplossingen bedenken.”

De waarom-vraag

Er zijn veel technologische oplossingen voor belastende en/of repeterende zorgtaken. Maar welke te kiezen? Thess Havenaar van woon- en zorgcentrum De Merwelanden: “Er is veel zorgtechnologie op de markt. Maar voor zorginstellingen is het vaak onduidelijk waar ze moeten beginnen.”

Dat herkent Edwin Boekee van Career Boost, een initiatief van Hogeschool Inholland, Christelijke Hogeschool Ede, Avans Hogeschool en Da Vinci College om vraagstukken in de zorg te koppelen aan studenten. “Nieuwe technologie is niet altijd beter, want medewerkers moeten er eerst mee leren omgaan. Bovendien is technologie de oplossing voor een probleem dat niet bestaat. Technologie moet volgend zijn, niet leidend.”

Juist jongeren kunnen daarbij helpen, aldus Boekee. Allereerst omdat ze gewend zijn te werken met nieuwe technieken. Bovendien hebben ze de juiste ‘mindset’, aldus Boekee. “Jongeren hebben een frisse blik als het gaat om accepteren van technologie. En ze stellen de juiste vragen, en dan vooral de waarom-vraag: waarom heb je die techniek nodig, en wat wil je ermee bereiken? In ons onderwijs worden jongeren daarop getraind.”

Niet wiel opnieuw uitvinden

Daarnaast is er behoefte aan samenwerking, vertelt Havenaar van De Merwelanden. Bijvoorbeeld op het gebied van het uitwisselen van ervaringen met bepaalde technologie, of op het gebied van ondersteuning van medewerkers. “Door samenwerking voorkom je dat iedereen het wiel opnieuw uitvindt.”
Die samenwerking is een belangrijk uitgangspunt bij Dare2Cross: de bijeenkomst in de Duurzaamheidsfabriek was bedoeld om zorgprofessionals en aanbieders van technologie met elkaar in contact te brengen. Havenaar: “Tijdens Dare2Cross ontmoette ik iemand die een overzicht heeft van beschikbare technologieën. Die persoon heeft bovendien ervaring met aanvragen van subsidies op het gebied van techniek. Binnenkort hebben we daarover een afspraak.”

Zaadje geplant

“Er is een enorme innovatie-drive in de zorg”, vertelt Boukje van de Ven, accountmanager bij Team Dordt Onderneemt van de gemeente Dordrecht, en net als Jongkind lid van het Kernteam van Dare2Cross. “Maar die innovatie is vaak ingewikkeld, onder meer doordat zorginstellingen met zoveel partijen te maken hebben.”

Daarom is Van de Ven blij met de verbindingen die werden gelegd tijdens het Dare2Cross-traject, en dan met name met cross-sectorale samenwerkingen. “Cross-overs zorgen voor een mooie wisselwerking: de ene branche loopt ergens tegenaan waarvoor de andere branche al een oplossing gevonden heeft. Binnen Dare2Cross hangt er een goede vibe. We hebben zaadjes geplant die hopelijk tot iets moois uitgroeien.”

Dare2Cross Let’s Tech Care wordt mogelijk gemaakt door InnovationQuarter, Da Vinci College, Albert Schweitzer Ziekenhuis, gemeente Dordrecht, Deal Drecht Cities, Economic Board Drechtsteden.

 

Instellingen in de zorg en welzijn besteden bij intakes van nieuwe mensen veel aandacht aan medische aspecten. Dat is terecht. Maar vaak zijn juist de persoonlijke zaken minstens zo belangrijk. Heeft iemand bijvoorbeeld behoefte aan gezelschap, of juist aan rust? “Er zit altijd wat ruimte binnen een zorgsysteem.”

Niemand kijkt ernaar uit om te worden opgenomen in bijvoorbeeld een verpleeghuis. Je komt dan immers terecht in een situatie waarin je een deel van je vrijheid verliest. Verpleeghuizen doen daarom hun best om dat verblijf zo aangenaam mogelijk te maken, zoals met dagbesteding en bezoekuren. Maar het kan anders en vooral persoonlijker en individueler, vooral door rekening te houden met iemands persoonlijke wensen.

Rekening houden met persoonlijke wensen was dan ook het thema van een van de challenges tijdens Dare2Cross Let’s Tech Care. Doel van dat traject is meer innovatie in de zorg en welzijn door het samenbrengen van zorgprofessionals en -organisaties. Timon Jongkind, Innovatiemanager bij het Da Vinci College en lid van de Kerngroep van Dare2Cross: “De ene cliënt wil bijvoorbeeld graag om 8 uur het journaal kijken, de andere wil spelletjes spelen of juist alleen een boek lezen. Hoe gaaf zou het zijn als tijdens de zorg daarmee rekening wordt gehouden, vanaf het moment van opname?”

Lagere werkdruk

Intakes bij verpleeghuizen gaan vaak voor een belangrijk deel over medische zaken. Persoonlijke wensen spelen vaak een ondergeschikte rol. Daarbij komt dat zorginstellingen vaak een vaste werkwijze hebben; dat maakt inspelen op persoonlijke wensen lastig, terwijl die persoonlijke wensen zo belangrijk zijn voor cliënten. Die persoonlijke wensen zorgen ervoor dat ze zich meer op hun gemak voelen.

Als meer gevraagd wordt naar persoonlijke wensen, dan komt er automatisch ook meer aandacht voor talenten van een cliënt, vertelt Alex Jansen van AS Vitaal. En die talenten kunnen juist zorgen voor een lagere werkdruk. “Zorg werkt nog te vaak vanuit het systeem. Stel: een cliënt kan nog wel afwassen. Sommige zorginstellingen zeggen dan: ‘doen wij, omdat ons systeem zo is ingericht’.” Een gemiste kans. Sterker, volgens Jansen zouden instellingen juist meer hun best kunnen doen om talenten van bewoners te stimuleren. “Dat is een tijdsinvestering waarmee je later tijd kunt winnen.”

AS Vitaal helpt zorginstellingen met dergelijke vraagstukken. “We gaan vaak in gesprek met leidinggevenden. Het systeem kun je niet veranderen. Maar er zit altijd wat ruimte binnen een systeem.”

Positieve gezondheid

Een van de gesprekspartners van Alex Jansen tijdens Dare2Cross in de Duurzaamheidsfabriek was Elien Burgers. Zij werkt bij Het Gastenhuis, een zorginstelling met twintig vestigingen voor mensen met dementie. Burgers: “Het Gastenhuis is gebaseerd op positieve gezondheid. Onze gesprekspartners tijdens Dare2Cross waren daarin geïnteresseerd. Want hoe breng je het begrip positieve gezondheid in de praktijk?

De discussie over de Dare2Cross-challenge leidde dus tot enkele vervolgafspraken. En dat is precies het doel van het traject, vertelt Jongkind van Da Vinci College: “Het doel van Dare2Cross is het verbinden van mensen die elkaar nog niet goed kennen, maar elkaar wel kunnen helpen met hun kennis en expertise.”

Dare2Cross Let’s Tech Care wordt mogelijk gemaakt door InnovationQuarter, Da Vinci College, Albert Schweitzer Ziekenhuis, gemeente Dordrecht, Deal Drecht Cities, Economic Board Drechtsteden.

Hoe zorgen we samen voor meer innovatie in de zorg- en welzijnssector? Kunnen we bijvoorbeeld met digitalisering de kwaliteit verder verbeteren? Of hoe maken we zorg eenvoudiger en makkelijker vindbaar? Over deze – en andere – vragen gaat Dare2Cross Let’s Tech Care. Doel van dit traject is om regionale partijen van binnen én buiten de zorg en welzijn samen te brengen, en te werken aan innovaties op het gebied van onder meer slimmer samenwerken in de (digi)zorg en het centraal stellen van gebruikerservaringen.

Dare2Cross Let’s Tech Care startte in 2021 met eerste verkenningen en bijeenkomsten. Op basis daarvan werden vijf concrete cases geformuleerd. Deze cases stonden centraal tijdens een overkoepelende, tussentijdse bijeenkomst op 1 februari. Daaraan deden onder meer zorginstellingen, ondernemers, overheden en kennisinstellingen mee.

Input leveren op cases

Tijdens de bijeenkomst stonden vijf cases centraal. De deelnemers werden op basis van hun profiel en persoonlijke voorkeuren verdeeld over kleine werkgroepen. Deze werkgroepen gingen met de volgende vraagstellingen aan de slag:

  • Overbruggingszorg met aandacht voor persoonlijke wensen: Hoe zorgen we dat iedereen in de Drechtsteden weet voor een opname waar hij / zij aan toe is en hoe en welke acties hij ter voorbereiding kan nemen?
  • Betere aansluiting zorg thuis en in een zorginstelling: Hoe maken we de zorg thuis net zo goed als in een zorginstelling?
  • Beter faciliteren van mantelzorgers: Hoe zorgen we ervoor dat mantelzorgers precies weten bij wie ze terecht kunnen voor een specifieke zorgvraag?
  • Werken aan je eigen veerkracht is leuk: Hoe overtuigen we iedereen in de regio dat werken aan je persoonlijke veerkracht plezierig is?
  • Werknemers helpen met hun eigen preventie: Hoe helpen we medewerkers hun eigen welzijn te verbeteren?

Elke werkgroep ging aan de slag met enkele vragen en opdrachten over deze cases. Ze beantwoordden vragen als: Welke oplossingsrichtingen of technologieën ken je en/of waar ben je zelf mee bezig? De afrondende opdracht was het input geven op de volgende zin: ‘Zou het niet fantastisch zijn als <gebruikers> gebruikmaken van <techniek> zodat <resultaat>.’ In de bijlage van dit document vindt u links naar de Miro-boards, waarop de deelnemers hun input konden invullen.

De discussies binnen de werkgroepen waren energiek en positief, oordeelden de moderators. “Er werd vanuit oplossingen gesproken vanuit de ervaring van de deelnemers”, vertelde een van de gespreksleiders. En ook de deelnemers waren positief: “Hartstikke vlot en lekker tempo.”

Het resultaat

Deelnemers aan de werkgroepen werden uitgedaagd cross-sectoraal te denken. Ofwel: niet alleen kijken naar wat al gebeurt in de zorg en welzijn, maar ook naar mogelijke oplossingen in andere sectoren. Die oplossingen kunnen door het principe van copy/adapt/paste eventueel worden toegepast in de zorg en welzijn. De oplossingsrichtingen volgen allen de rode lijn ‘vinden, volgen, vooruitzien’. Of het nu gaat om mantelzorgers of om professionals in de overbruggingszorg: in alle gevallen willen betrokken partijen eenvoudig informatie en kennis vinden, ontwikkelingen kunnen volgen en kunnen voorspellen welke ontwikkelingen zich aandienen.

Vanzelfsprekend zijn daarbij enkele belangrijke randvoorwaarden én vragen, zoals de mogelijke winst voor de zorg en welzijn, de daadwerkelijke aanwezigheid van de vraag/behoefte, de beschikbaarheid van budget, mogelijk geïnteresseerde partijen binnen/buiten de zorg en welzijn, beschikbaarheid van gewenste/gedroomde technieken, en vooral: wie zet de eerste stap, en wie doet er mee? Deze twee laatste vragen staan centraal tijdens een volgende bijeenkomst.

Per case staan hieronder de meest opvallende input en concrete vervolgstappen

  • Overbruggingszorg met aandacht voor persoonlijke wensen

Bij deze case was veel input gericht op het mogelijk maken dat professionele zorgverleners en/of mantelzorgers informatie kunnen vinden. Dit zou in de vorm van een digitaal platform kunnen zijn, het liefst met een goede zoekfunctie. Benoemde vraagstukken waren: een regionaal overzicht van beschikbare plaatsen voor intramurale zorg, een regionaal methodische advanced care planning voor de persoonlijke wensen voor opname (bijvoorbeeld via een Wensenboekje)

  • Betere aansluiting zorg thuis en in een zorginstelling

Bij deze case stonden informatievoorziening, monitoring en sensoring centraal. De gebruikers hiervan zijn divers: van hulpbehoevenden (die onafhankelijk advies willen, bijvoorbeeld via een platform, een peer netwerk of augmented reality) als van zorgaanbieders (die op afstand bijvoorbeeld patiënten kunnen willen monitoren). Benoemde vraagstukken waren: telemonitoring, een vergelijkingswebsite met aanbieders en de inzet van VR0 en AR-oplossingen.

  • Beter faciliteren van mantelzorgers

Ook bij deze case staat informatievoorziening centraal. Hierbij werden technieken als chatbots, dashboards, apps, social media, communities en websites genoemd. Benoemde vraagstukken waren: de ontwikkeling van een platform (zoals Magister).

  • Werken aan je eigen veerkracht is leuk

Onder meer jongeren, ouderen, supermarkteigenaren en wijkbewoners zouden meer informatie moeten kunnen vinden over gezonde voeding en een gezonde levenshouding. Deze informatievoorziening zou kunnen plaatsvinden met bijvoorbeeld een app of qr-codes. Benoemde vraagstukken waren: een digitale vindplaats voor gezonde producten.

  • Werknemers helpen met hun eigen preventie

Ook bij deze case werd veel gesproken over informatievoorziening over onder meer voeding en levenshouding. Daarnaast zou het goed zijn werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen door verplicht aandacht te besteden aan vitaliteit, en daarvoor ook budgetten vrijmaken. Benoemde vraagstukken waren: gepersonaliseerd leefstijladvies (bijvoorbeeld door de inzet van smart watches).

Bijna veertig zorg- en welzijn-professionals werkten onlangs samen aan slimme innovaties. Dat deden ze tijdens de online bijeenkomst Dare2Cross Let’s Tech Care, een initiatief van een aantal regionale partijen en georganiseerd door InnovationQuarter. De deelnemers gingen aan de slag met vijf concrete cases. Business developer Liesbeth Leurs van InnovationQuarter: “Sommige deelnemers hebben onderling afspraken gemaakt om de cases verder te brengen. Dat is echt prachtig.”

Hoe zorgen we samen voor meer innovatie in de zorg- en welzijnssector? Kunnen we bijvoorbeeld met digitalisering de kwaliteit verder verbeteren? Of hoe maken we zorg eenvoudiger en makkelijker vindbaar? Over deze – en andere – vragen gaat Dare2Cross Let’s Tech Care. Doel van dit traject is om partijen van binnen én buiten de zorg en welzijn samen te brengen, en te werken aan innovaties op het gebied van onder meer slimmer samenwerken in de (digi)zorg en het centraal stellen van gebruikerservaringen.

Bijna veertig deelnemers

Dare2Cross Let’s Tech Care startte in 2021 met eerste verkenningen en bijeenkomsten. Op basis daarvan werden vijf concrete cases geformuleerd over onder meer overbruggingszorg, mantelzorg en preventie. Deze cases stonden centraal tijdens een overkoepelende, tussentijdse bijeenkomst op 1 februari. Daaraan deden onder meer zorginstellingen, ondernemers, overheden en kennisinstellingen mee. Een energieke én vruchtbare bijeenkomst met bijna veertig deelnemers.

Lekker tempo

Wethouder Rik van der Linden van Dordrecht opende de bijeenkomst. Hij gaf aan blij te zijn dat zoveel professionals hun kennis en expertise wilden delen. Het maatschappelijk belang is namelijk groot. “Zorg raakt de hele stad, en de hele gemeenschap.” Dagvoorzitter Ramon Vullings – de ‘IdeaDJ’ – liet deelnemers zien hoe innovaties steeds vaker de grenzen van sectoren oversteken, ook binnen de zorg. En ‘Doctorpreneur’ Joris Arts vertelde dat innoveren een kwestie is van gewoon doen én van zoeken naar win-winoplossingen.

De deelnemers werden vervolgens verdeeld over de vijf verschillende cases. Dat gebeurde op basis van hun profiel en persoonlijke voorkeuren. De deelnemers werden door de moderators uitgedaagd om snel op zoek te gaan naar verrassende oplossingen, aan de hand van inspirerende vragen. “Hartstikke vlot en lekker tempo”, reageerde een van de deelnemers na afloop.

Max Verstappen?

Zo zagen deelnemers tijdens de discussies parallellen tussen onder meer de Formule 1 en de zorgsector. Want ook Max Verstappen kan alleen winnen met een goed team. En bij de discussie over persoonlijke veerkracht ging het onder meer over het verbinden van mensen. “Zou het niet fantastisch zijn als mensen in armoede en mensen die het financieel beter hebben voor elkaar koken, zodat iedereen een gezonde maaltijd heeft.”

Die ideeën zijn de opmaat voor concrete volgende stappen per case. Door vrij en cross-sectoraal te denken ontstaan namelijk betere oplossingen. Zo bleek tijdens het gesprek over een persoonlijkere overbruggingszorg voor ouderen dat er behoefte is aan een online platform met kennis. En werkgevers zouden per medewerker een vitaliteits-budget moeten instellen: daarmee zouden medewerkers zelf keuzes kunnen maken als het gaat om preventie. Die oplossingen werden gepresenteerd tijdens een korte afsluitende ronde.

Open, actieve houding

Na krap twee uur was de online Dare2Cross-sessie afgelopen. Dat bleek precies lang genoeg om de energie en aandacht vast te houden, vertelt Liesbeth Leurs. “De bijeenkomst was enorm positief en energiek. Deelnemers hadden een heel open, actieve houding. Ze namen echt de moeite en de tijd om elkaars ervaringen, praktijk en taal te verkennen. Daardoor ontstaat meer begrip, energie én ruimte om samen innovaties op te pakken.”

Nu: aan de slag!

Doel van Dare2Cross is dat betrokken partijen de handschoen oppakken, en samen actief aan de slag gaan met aangedragen innovaties. Inmiddels hebben enkele deelnemers al onderlinge afspraken gemaakt voor volgende stappen. Daarnaast wordt binnenkort vanuit Dare2Cross de oogst van de sessie van 1 februari verder uitgewerkt. Op regionaal niveau wordt daarbij gekeken naar vraag én aanbod op verschillende thema’s. Voor de zomer volgt een nieuwe bijeenkomst.

Leurs: “Dromen is leuk. Maar wat nu belangrijk is, is daadwerkelijk aan de slag gaan, en onderzoeken hoe slimme zorginnovaties de regio nóg krachtiger kunnen maken. De uitdagingen zijn groot. Maar het mooie is: de oplossingen daarvoor bestaan waarschijnlijk al in andere sectoren. Daarom kijken we met Dare2Cross naar cross-sectorale innovatie. Die manier van werken vraagt een ‘open mind’ én nieuwe samenwerkingen. En dat is wat we doen in de volgende stap van Dare2Cross: samen stappen zetten, op weg naar resultaat.”

Over Dare2Cross Let’s Tech Care

Dare2Cross Let’s Tech Care wordt georganiseerd door InnovationQuarter, in samenwerking met Da Vinci College, Albert Schweitzer Ziekenhuis, gemeente Dordrecht, Deal Drecht City, Economic Board Drechtsteden.

 

 

 

Families die de zorg dragen voor hun ouders zullen het herkennen: wie gaat wanneer op bezoek bij pa of ma? Wie maakt het huis schoon? En wat als pa of ma valt als er niemand in de buurt is? Het nieuwe initiatief Hello 24/7 ontwikkelde voor die vragen een digitale infrastructuur. Inmiddels zijn meer dan 1.000 families in de regio met elkaar verbonden via de gratis app van Hello 24/7, en kunnen ze bijvoorbeeld een klushulp of verse maaltijd regelen voor zichzelf of hun ouder(s). Eindverantwoordelijke Operations & Technology Alex Vermunt: “Ons platform kan dienen als vehikel voor andere innovaties op het gebied van e-health.” 

Zorg wordt voor een groot deel uitgevoerd door familie, vrienden en buren, een groep die vaak mantelzorgers wordt genoemd. Ze zijn dus een belangrijke schakel in het zorgproces, en kunnen een goede aanvulling zijn op professionele zorg. Als families goed gefaciliteerd worden door de professionele zorg, stijgen resultaat én vertrouwen.

Tijdens Dare2Cross: Let’s Tech Care op 1 februari is dan ook het beter faciliteren van mantelzorgers een van de cases waarvoor slimme oplossingen worden gezocht. (Bekijk alle cases op https://www.dare2cross.nl/traject/lets-tech-care/#themas-en-cases). Hello 24/7 is een van de deelnemers aan Dare2Cross: het platform is een slimme oplossing voor het faciliteren van mantelzorgers. Alex Vermunt van Hello 24/7 “Wij bieden families, vrienden en buren een infrastructuur voor het organiseren van zorg.”

Hoe is Hello 24/7 ontstaan?

“Hello 24/7 is 2,5 jaar geleden ontstaan bij Arthur Clement. Arthur hoorde in zijn omgeving en van vrienden steeds vaker vragen die veel families hebben, zoals: hoe kan ik mijn vader of moeder helpen? Arthur zag veel van dit soort geworstel en kwam toen met het idee families door inzet van technologie te ontzorgen. Een initiatief waar ik me direct in kon vinden en in ben gaan meebouwen. We hebben toen veel interviews afgenomen met families, waaruit veel herkenbare situaties naar voren kwamen. En dat was de basis voor Hello 24/7.”

Welke problemen van mantelzorgers willen jullie helpen oplossen?

“Er zijn naar schatting 5 miljoen mantelzorgers in Nederland. Een enorme groep, die ook nog eens groeit. Die mantelzorgers hebben vergelijkbare zorgen. Ze willen dat hun vader, moeder of andere naaste veilig zijn, zich niet eenzaam voelen, en goed eten. Tegelijk hebben mantelzorgers het vaak zelf druk met hun gezin en werk. En ze wonen ook vaak op minimaal een half uur rijden van hun vader of moeder. Hello 24/7 helpt ze de zorg voor hun ouders vorm te geven en praktisch te organiseren.”

Hoe doen jullie dat?

“We hebben drie diensten. ‘Connected’ is onze gratis Hello 24/7-app waarmee gezinsleden hun eigen community kunnen starten. Zo kunnen familieleden bijvoorbeeld afspreken wie mee kan naar een afspraak bij het ziekenhuis. ‘Services’ zijn diensten, zoals klushulp, huishoudelijke hulp en versbereide maaltijden. En ‘Care’ is een digitaal ‘oogje in het zeil’. Zo is er een paniekknop. En we zoeken automatisch naar afwijkingen in stroomverbruik: dat kan het signaal zijn dat er iets mis is. Eigenlijk zoals vroeger de buurvrouw dat deed door dagelijks even te kijken of de gordijnen open waren en het licht ’s avonds brandde.”

In welke fase bevindt Hello 24/7 zich nu?

“In 2020 hebben we een team gebouwd, onze eerste producten ontwikkeld en getest en partners aangesloten. In september 2021 zijn we echt van start gegaan. We hebben gekozen voor een gebiedsgerichte introductie. We willen persoonlijke service bieden, en dat lukt niet als je in één keer heel Nederland wilt bedienen. Rotterdam en Dordrecht zijn onze eerste uitrolregio’s. De app is in krap drie maanden 10.000 keer gedownload, en we ondersteunen nu ruim 1.000 communities.”

Hoe zien jullie de toekomst voor Hello 24/7?

“Hello 24/7 kan dienen als vehikel voor andere innovaties op het gebied van e-health. Een eenvoudig voorbeeld daarvan is dat je je ouders een Fitbit-horloge geeft, zodat je via Hello 24/7 kunt zien of ze bewegen. En we zijn in overleg met zorgaanbieders. Zo zou het mooi zijn als bijvoorbeeld een huisarts of fysiotherapeut onze digitale infrastructuur gebruikt voor bijvoorbeeld een afspraak of voor de basisregistratie.”

Waarom doen jullie mee aan Dare2Cross: Let’s Tech Care?

“Met Hello 24/7 richten we ons primair op informele zorg, maar we zien ook mogelijkheden voor de formele zorg. We zijn namelijk goed in staat om een ‘verborgen doelgroep’ – dus mantelzorgers – aan te spreken en te binden. Wat we nu aanbieden, zien we dan ook als versie 1.0. We willen de komende jaren een paar stappen erbij zetten. Daarom brengen we graag met andere partijen het zorglandschap in kaart, zodat we samen een beweging in gang kunnen zetten. Want volgens ons kan Hello 24/7 een puzzelstukje zijn in de toekomst van de zorg.”

 

Voormalige bezoekers aan een ggz-instelling keren relatief veel terug. Vaak komt zo’n terugval door een externe trigger. Het zou goed zijn als de cliënt, de omgeving, het sociaal domein én de huisarts weten wat te doen om een mogelijke terugval te voorkomen of tijdig te verhelpen. Daarom pleit Debbie van Kuijk, programmamanager Volwassenen bij Yulius, voor een platform met raad en daad.

Een patiënt die ontslagen wordt uit een zorginstelling, mag terug naar de thuissituatie. Maar deze verplaatsing brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, zeker als het gaat om de zorg rond het mentaal welzijn. De vraag is dan ook: hoe kan de zorg thuis beter aansluiten op de zorg in een instelling? Dat is daarom een van de cases tijdens Dare2Cross: Let’s Tech Care op 1 februari. (Bekijk alle cases op https://www.dare2cross.nl/traject/lets-tech-care/#themas-en-cases). Volgens Debbie van Kuijk van Yulius zou een digitaal platform een goede oplossing zijn.

“Herstellen doe je thuis. Dat geldt ook voor de geestelijke gezondheidszorg. Maar bij die thuiskomst speelt een aantal kwesties. Allereerst dat de maatschappij wél begrijpt dat iemand na bijvoorbeeld een heupoperatie na een paar weken weer terugkeert. Maar dat begrijpen we níet altijd bij iemand met een psychische klacht. We zien blijkbaar ziet liever dat zo iemand helemaal beter terugkeert in de maatschappij.

Daarnaast zien we dat patiënten en hun familie vaak onvoldoende steun krijgen om de vaardigheden die zij hebben geleerd om te voorkomen dat het misgaat toe te passen. Bovendien heeft de huisarts niet altijd direct zicht op wanneer het misgaat. De kans dat het misgaat is dan ook groot: de recidive bij geestelijke gezondheidszorg is relatief hoog. Vaak leidt een trigger, zoals het overlijden van een naaste, het kwijtraken van een baan of een gezondheidsklacht tot tijdelijke terugval.

Als zo’n trigger zich voordoet, dan heeft een voormalig patiënt dus steun nodig. Het gaat daarbij om verschillende partijen, bijvoorbeeld op het gebied van WMO, huisartsen en praktijkondersteuners GGZ, herstelacademie, sociale dienst, sociaal wijkteam enzovoorts. Het landschap is nu nog te versnipperd, waardoor patiënten en hun omgeving niet weten met welke vraag of probleem ze waar terecht kunnen.

Daarom zou een digitaal platform een oplossing kunnen zijn. Zo’n platform zou informatie moeten bieden, bijvoorbeeld over zorgaanbieders. Maar ook zou er een chatfunctie moeten zijn, zodat persoonlijke vragen gesteld kunnen worden. Zo’n platform zou dus veel leed kunnen voorkomen, en zorgen voor minder druk op de zorg.

Zo’n platform bestaat er nog niet; het zal dus gemaakt moeten worden. Dat vraagt enerzijds om geld. Maar minstens zo belangrijk is samenwerking tussen verschillende partijen. Een voorbeeld: voor de chat kan bijvoorbeeld worden samengewerkt met studenten Toegepaste psychologie. Ik hoop dat we binnen Dare2Cross Let’s Tech Care verder kunnen praten over zo’n samenwerking. Zodat we samen een geïntegreerd vangnet kunnen organiseren.”

 

Als een oudere naar een verpleeg- of verzorgingshuis verhuist, dan is er veel aandacht voor de zorgbehoefte. Dat is volledig terecht, vindt Irene Streefkerk, adviseur Kwaliteit, Veiligheid en Innovatie bij PZC Dordrecht. Maar wordt het niet tijd dat veel eerder al wordt gekeken naar persoonlijke wensen en voorkeuren? Een onlangs ontwikkeld Wensenboekje kan daarin een grote rol spelen, verwacht Streefkerk.

Als een oudere verhuist naar een zorginstelling, dan breekt een onzekere tijd aan. Terwijl ze juist behoefte hebben aan rust en duidelijkheid. De zorg zou dan ook vaker de vraag moet stellen: wat vindt ú belangrijk? Ofwel: geef mensen de regie, inzage in het proces en handvatten om deze tijd goed te overbruggen. Dat is daarom een van de cases tijdens Dare2Cross: Let’s Tech Care op 1 februari. (Bekijk alle cases op https://www.dare2cross.nl/traject/lets-tech-care/#themas-en-cases). Volgens Irene Streefkerk van PZC Dordrecht zou een ‘wensenboekje’ een goede stap zijn.

“Een verpleeg- of verzorgingshuis krijgt vooraf informatie over de diagnose en zorgbehoefte van een nieuwe bewoner. Dat is goed geregeld: we weten daardoor vrij nauwkeurig welke zorgtaken nodig zijn. Maar in die diagnose wordt meestal geen rekening gehouden met persoonlijke wensen van de nieuwe bewoner. Daarbij kun je denken aan: hoe moeten we handelen als een bewoner op de intensive care komt, of hoe kijkt een bewoner aan tegen vaccinaties? Die informatie hebben we nu vaak nog niet op het moment van inhuizing

Daarom zou het volgens mij mooi zijn als een oudere voor een eventuele verhuizing al nadenkt en kan aangeven waaraan hij of zij behoefte heeft. Dat kan bijvoorbeeld met het Wensenboekje, dat onze ketenpartner Gene-ro (Geriatrisch Netwerk Rotterdam) onlangs ontwikkelde. Dat boekje stelt ouderen op een begrijpelijke manier een aantal belangrijke vragen over zorg. Daarmee worden zij dus geprikkeld na te denken over persoonlijke voorkeuren.

Die voorkeuren kunnen ze dan vastleggen: dat is ook handig voor het geval het in de toekomst minder gaat. En door die informatie kunnen we de zorg aanbieden waaraan behoefte is. Het sluit daarmee dus ook mooi aan op de wens van de nieuwe Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ernst Kuiper. Die wil dat er meer aandacht komt voor preventie. Een oudere vooraf laten nadenken over zijn of haar wensen valt daar ook onder. ‘Advanced care planning’ dus.

Gene-ro verspreidt het Wensenboekje via het eigen netwerk. Het zou mooi zijn als meegewerkt kan worden het nog breder te verspreiden, bijvoorbeeld ook richting huisartsen, servicecoördinatoren of de thuiszorg. Daarvoor heb je zoveel mogelijk netwerken nodig, en goede ideeën. Daarom ben ik ook blij met Dare2Cross Let’s Tech Care. We kunnen daar dit soort ideeën delen en samen oppakken.”

 

De zorg moet zuinig zijn op haar medewerkers. Het werk kan namelijk zwaar en belastend zijn. Slimme technologie kan voorkomen dat medewerkers lichamelijke klachten krijgen. En het mooie is: veel van die preventieve oplossingen zijn óók goed voor de patiënten, vertelt Tanja Dekker, medewerker zorgtechnologie en innovatie bij Eureka/ASVZ.

 Voorkomen is beter dan genezen. Preventie dus. Zeker in de zorg zou daarvoor meer aandacht moeten zijn. Het werk is namelijk vaak zwaar: denk maar aan het verplaatsen of verleggen van een patiënt. Nieuwe technieken kunnen helpen bij die preventie. Dat is daarom één van de zes cases tijdens Dare2Cross: Let’s Tech Care op 1 februari.

 “Eureka is het expertisecentrum van ASVZ op het gebied van zorgtechnologie. We keken daarbij vooral naar cliënten, maar we willen ons ook meer gaan toeleggen op de gezondheid van en de veerkracht bij zorgmedewerkers. We geloven dat technologie daarbij kan helpen. En het mooie is dat er oplossingen zijn waarbij het mes aan twee kanten snijdt. Daarmee bedoel ik dat zowel de medewerker als de patiënt profiteert.

Daarvan bestaan mooie voorbeelden. Zo is er een bed waarmee het makkelijker is het lichaam van een patiënt naar links of rechts te draaien. Daarvoor is het bed uitgerust met een speciale mat. Het kost een medewerker dus minder kracht om de patiënt te draaien. Pas zag ik een rolstoel: de gebruiker daarvan kan met knoppen in het hoofdstel zelf een deur openen. Daardoor hoeft een medewerker dus niet mee als die patiënt naar buiten wil. Dat scheelt tijd. Bovendien is het duwen van een rolstoel zwaar. En slimme luiers vertellen of een luier verschoond moet worden: dat scheelt de nachtdienst tijd.

Er zijn veel meer nieuwe oplossingen denkbaar om de zorgmedewerker te ontlasten. Zo zou het mooi zijn als er een manier komt om meer rolstoelen tegelijk te verplaatsen. Dan kunnen cliënten vaker naar buiten. Daarvoor kun je denken aan een groot Akka-plateau (een hulpmiddel voor rolstoelen). Er zijn zelfs van zulke plateaus die kunnen navigeren met een camera en een zwarte streep op de vloer. Het zou toch fantastisch als we samen zoiets kunnen ontwikkelen?”